David Hollestelle

David Hollestelle, bas-bariton

Bas-bariton David Hollestelle, geboren in Den Helder op 13 oktober 1916, was aanvankelijk in Den Helder administratief werkzaam bij de marine, totdat hij door een predikant ontdekt werd tijdens zijn solistische medewerking aan een evangelisatie-avond. Zijn zangstudie volgde hij bij Laurens Bogtman. In 1951 won hij een zangconcours, wat in 1952 resulteerde in een recital in de Kleine Zaal van het Concertgebouw te Amsterdam met uitstekend resultaat. Jarenlang (1947-1953) was hij als koorleider en dirigent van het Groot-Omroepkoor van de Nederlandse radio actief, voordat hij in 1953 definitief voor een loopbaan als oratorium- en concertzanger koos.

Hij trad vooral op in werken van Bach (passionen en cantates), Händel (o.a. Belshazzar), Mendelssohn en in modern repertoire. Uiteraard zong hij ook regelmatig als solist bij koorverenigingen in uitvoeringen van oratoria, zoals 'Die Schöpfung' (Haydn), 'Jahreszeiten' (Haydn), 'The Messiah' (Händel), de 'h-Moll-Messe' (BWV 232) en de 'Matthäus-Passion' en de 'Johannes-Passion' van Bach. De 'Matthäus-Passion' zong hij zowel in het Concertgebouw als in de Grote Kerk van Naarden. Deze passionen zong hij met het Concertgebouw Orkest merendeels onder Anton van der Horst en Eduard van Beinum, maar ook onder Felix de Nobel.

  • Bij deze uitvoeringen zong hij samen met artiesten als de sopranen: Jo Vincent, Erna Spoorenberg, Mea Naberman, Lucie Waringa, Corry Bijster, Heleen Verkley, Annette de la Bije en Elly Ameling
  • de alten: Clementine Oomes, Annie Hermes, Maria Pluister, Aafje Heynis, Roos Boelsma, Wilhelmine Matthes en Hilde Rössel-Majdan
  • de tenoren: Gerard de Vos, Chris Scheffer, John van Kesteren, Richard Lewis, Paul Hameleers, Arjan Blanken, Tom Brand, Lode DeVos, Ernst Haefliger, Simon van der Geest en
  • de baritons: Laurens Bogtman, Herman Schey en Hans Wilbrink

Als vertolker van het 'Lied' zong hij Schubert (Schöne Müllerin, Winterreise), Fauré, Brahms, Wolf, enz. Maar ook het moderne repertoire zong hij, zoals de eerste uitvoering van 'Liederen met pruik' (1952, Jan Mul, 1911-1971). Maar ook het lichte repertoire schuwde hij niet, hij verzorgde veel radioprogramma's, waarbij hij ook in songs van Amerikaanse musicals te beluisteren viel en waarmee Hollestelle blijk gaf van een opmerkelijke veelzijdigheid.

Hij trad incidenteel in opera's op. Voor Kameropera Camerata op 30 september 1953 als graaf Gil in 'Het geheim van Suzanna' (Il segreto di Susanne, Wolf-Ferrari) en op 10 maart 1955 als Geronimo in 'Het verzwegen huwelijk' ( Il matrimonio segreto, Cimarosa). Op 8 juni 1962 trad hij nog eenmaal op als Siméon in L'enfant prodigue van Claude Debussy. Het betrof een voorstelling in het kader van Kunstmaand Amsterdam. Renée Claassen zong Azael en Elisabeth Lught zong de rol van Lia.

Ook in het buitenland (Duitsland, Zwitserland, België en Engeland) trad hij regelmatig in concerten op.

David Hollestelle is op 21 april 2001 op 84-jarige leeftijd in zijn woonplaats Hilversum overleden.

J.C.Bach, Dixit Dominus, De torrente in via bibet, VARA 11 januari 1967:

Er bestaan meerdere plaatopnames van hem: Telefunken (Matthäus-Passion (BWV 244) en Mis in B minor/ Hohe Messe (BWV 232) van J.S. Bach), Concert Hall (werken van G.F. Händel and F. Mendelssohn), Philips (Oster-Oratorium (BWV 248) van J.S. Bach, 8th Symphony van Gustav Mahler), Händel Society en ook diverse platen met religieus repertoire (psalmen en gezangen), (CBS Artone BDA S-1749) en met zijn 'David Hollestelle Kwartet', begeleid door Feike Asma, orgel (Capri 2304).