Gee Smith

" ... op sublieme wijze vertolkte Mevr. te Boekhorst-Kolkmeyer aria's uit 'Der Freischütz' van Verdi (?), 'Die verkaufte Braut' van Smetana en 'Faust van' Gounod. Na de uitvoering van 'Der Freischütz' zwol het applaus aan tot een ware ovatie. Niet minder verdienstelijk zong de heer Smith aria's uit 'La Juive' van Halévy en 'Nabucco' van Verdi, terwijl door beiden op uitnemende wijze werden vertolkt 'Zauberflöte' van Mozart en 'Lohengrin' van Wagner. Beide solisten werden op voortreffelijke wijze op de piano begeleid door den heer Bik [ ... ] Het was weer een goede avond voor de Kring ... "

Kunstkring Soest, Maandag 9 December 1946 in gebouw 'Religie en Kunst'

Gee Smith, bas (foto Lend)

De bas Gee (Gerardus Johannes) Smith was sedert 1950 verbonden geweest aan de Nederlandse Opera, waar hij vele rollen heeft vertolkt. De beste herinneringen bewaren wij aan die in La Bohème van Puccini en Katja Kabanova van Janatsjek. Voor zijn verbintenis bij het opera instituut trad hij jarenlang in de kleinkunst, o.a. bij de Song Singers.

Gee Smith begon zijn loopbaan als operettezanger bij de Vereenigde Operette Spelers. In oktober 1934 werkte hij mee aan de klucht Onder Curateele van Franz Arnold en Ernst Bach (schrijvers van Potasch en Perlemoer) en in februari 1935 werkte hij mee aan een optreden in Café Hollandais, samen met het Cocktail Cabaret.

Gee Smith, bas

Gee Smith maakte zijn operadebuut onder de naam van Gerardus Smith bij het Deutches Theater in den Niederlanden in een uitvoering van Verdi's Il trovatore op 27 oktober 1943. Hij zong de rol van ein alter Zigeuner. Voor hetzelfde gezelschap zong hij op 13 januari 1944 nog in Norbert Schulze's opera Schwarzer Peter de rol van een der Prinzen. Na de oorlog trad hij voor het eerst weer op in Strauss' Der Rosenkavalier, op 16 juni 1947 in het Kurhaus theater te Scheveningen. Het was een voorstelling van de Wagnervereeniging. Hierin zong hij - nu onder de naam van Gee Smith - de rol van ein Polizeikommissar en die van ein Lakai. Enkele bekende namen uit deze voorstelling: Hilde Gueden (Sophie), Anneke van der Graaf (eine Modistin), John van Kesteren (Leopold) en Henk Noort (ein Sänger). Zijn eerste optreden bij De Nederlandsche Opera van Paul Cronheim en Abraham van der Vies was op 1 oktober 1950 in een voorstelling van Bizet's Les pêcheurs de perles. Hij zong de rol van Nourabad. Hierna bleef Gee Smith tot aan zijn vroege overlijden verbonden aan dit gezelschap. Gedurende zo'n 10 jaar zong hij rollen als Zuniga (Carmen), Daland (Fliegende Holländer), Sparafucile (Rigoletto), il re (Aïda), Kuno (Der Freischütz), Micha (De verkochte bruid, Smetana), Priester (Die Zauberflöte), Hermann en Reiman von Zweter (Tannhäuser), Jarno (Mignon), Wagner (Faust), Bonzo (Madame Butterfly), marchese di Calatrava (La forza del destino), Benoit (La bohème), Sawjol Prokofj. Dikoj (Katja Kabanowa, Janacek), Antonio (Le nozze di Figaro), Hobson (Peter Grimes, Britten), de dorpsrechter (Jenufa, Janacek) en un notaio (Don Pasquale).

Zijn laatste optreden als Antonio was op 19 juni 1961 in een uitvoering van Mozart's Le nozze di Figaro in de Koninklijke Schouwburg te 's-Gravenhage. Hij overleed na een langdurige ziekte in zijn woonplaats Scheveningen op 16 juni 1962. Hij is 53 jaar oud geworden. Gee Smith was gehuwd met de onlangs overleden mezzosopraan Lidy van der Veen.

Verdi, Rigoletto, "Signor, va non ho niente", duet uit de 1e acte, samen met Paolo Gorin als Rigoletto, Gee Smith als Sparafucile

'Nobody knows', privé opname van Gee Smith, zichzelf begeleidend op de piano