Lidy van der Veen

Lidy van der Veen, mezzosopraan (foto Lend)

Aleida Jacoba (Lidy) van der Veen werd op 1 januari 1916 te Amsterdam geboren. Aanvankelijk begon zij haar zangcarrière als jazz-zangeres. Zij studeerde bij Jo Immink, Eduard Lichtenstein en Franzisca Martienssen-Lohmanns (leerlinge van Johannes Messchaert en schrijfster van 'Johannes Messchaert, Ein Beitrag zum Verständnis echter Gesangskunz'). Later studeerde Lidy van der Veen ook nog aan het Mozarteum te Salzburg.

Lidy van der Veen maakte haar debuut tijdens de Tweede Wereldoorlog bij het Gemeentelijk Theater Bedrijf, afdeling Opera van Johannes den Hertog. Zij zong het rolletje vaan seconda contadina in Mozart's Le nozze di Figaro op 13 december 1941. Graaf Almaviva werd gezongen door Theo Baylé, de gravin door Greet Koeman en Ruth Horna, Cherubino Gerda Pons en Elisabeth Glastra van Loon, Basilio Frans Vroons en Figaro door Otto Couperus en Siemen Jongsma. Zij zong tijdens de oorlogsjaren nog in Boccacio (Violanta), Bij de Kameropera van Jaap Kool, Die heimliche Ehe van Cimarosa (Fidalma), Cosi fan tutte (Dorabella), Die Geschichte vom schönen Annerl van L.J.Kauffmann (die Mutter), Fra Diavolo (Lady Pamella), Der widerspenstigen Zähmung van Hermann Goetz ( Bianka) en in Mozart's Die Zauberflöte (2e dame).

Na de oorlog trad zij regelmatig op bij de Nederlandse Opera. Zij zong rollen als Carmen, Azucena (Trovatore), Madelon (Andrea Chenier), Amneris (Aïda), Dorabella (Cosi fan tutte), Ortrud (Lohengrin), Mrs.Sedley (Britten's Peter Grimes), Larina (Tsjaikovski's Eugen Onegin), Concepsion (Ravel's L'heure Espagnol) en de kosteres in Jenufa. In 1960 zong zij in de premiere van Martin Korda van Henk Badings en tijdens het Holland Festival van 1962 in Raskolnikoff van H.Sutermeister. Zij werkte ook mee aan Holland Festivals van 1949/51, 1955/56 en 1960.

Haar laatste optreden bij de Nederlandse Opera was op 12 februari 1965 in Der Bettelstudent. Zij zong de rol van Nowalska.

Lidy van der Veen overleed op woensdag 23 februari 2005 in een verpleeghuis te Drachten. Zij was de weduwe van de in 1962 overleden bas Gee Smith, even als zij aan de Nederlandse Opera verbonden.

Offenbach, Hoffmanns Vertellingen "Barcarolle"

Zij maakte plaatopnames voor Philips samen met Gré Brouwenstijn: De Barcarolle uit Offenbach's Hoffmanns Vertellingen, voor MMS: de 3e dame in Mozart's Die Zauberflöte en hoogtepunten uit Gounod's Faust.