Jos Orelio

" ... Als ein Sänger mit prächtigen Mittlen, einem pastosen, seelisch belebten Ton führte sich der Bassist des Abends, Herr Josef Orelio von der Königlichen Oper in Amsterdam, bei uns ein. Unsere Oratorienvereine werden gut tun, diesen ausgezeichneten Künstler im Auge zu behalten und sich für grössere Aufgabe zu sichern ... "

General-Anzeiger Frankfurt 6 Nov. 1895

" ... De wereldberoemde J.M.Orelio, bariton uit Amsterdam, bracht eerst zes oude, dan zes hedendaagsche Nederlandsche liederen ten gehore. De uitvoering van al die liederen was zo echt ideaal dat men niets volmaakter kan uitdenken: al die verschillende gevoelens, al die stembuigingen, de minste bijzonderheden werden door Orelio op onovertrefbare wijze weergegeven, met altijd klare, passende, aangename stem. Orelio is wel de volmaakte kunstenaar, bedeeld met buitengewone natuurgaven, die door vlijtige oefening en beredeneerde geschikte studie, tot een talent gestegen zijn, dat in de weelderige macht der volle rijpheid glanst ... "

Onze tijd (Weekblad van het Vlaamsche Land), 21 December 1901

Jos Orelio, bariton

Joseph - Jef of Sjef voor zijn vrienden - Marie Theodor Orelio werd geboren op10 april 1854 te 's Hertogenbosch. Al op jeugdige leeftijd gaf Jos blijk van het bezit van muzikale aanleg. Hij mocht als lid van het kerkkoor met zijn opvallend mooie sopraanstem vaak de soli zingen in de St. Jan. Als bekend was dat hij - Jefke Orelio - de soli zou zingen, zat de kerk stampvol. Maar het zou nog even duren voor hij daadwerkelijk aan een muzikale loopbaan kon beginnen. Jos volgde eerst een opleiding voor onderwijzer en kreeg in 1874 een aanstelling als hulponderwijzer te Dordrecht. Maar ook in Dordrecht hield hij zich met muziek bezig en werd hij lid van het zangkoor 'Kunstmin'. Een koor dat onder leiding stond van Cornelis van der Linden. Deze zag wel wat in de jonge hulponderwijzer en liet hem een keer een kleine solo zingen in een cantate van W. Nicolai. Onder de toehoorders bevond zich Wilhelmina Gips, de beroemde Dordtse zangeres en pedagoge. Wilhelmina Gips was zo enthousiast over Orelio's stem dat zij hem aanbood gratis les te willen geven. Van zijn salaris als hulponderwijzer kon Orelio de lessen niet betalen. Nadien volgde Oreli nog zangles bij Richard Hol, die hem naar Utrecht haalde alwaar Orelio leraar werd aan de muziekschool.

Orelio als Mephisto, collectie TIN

 

Jos Orelio als Mephistofeles in Gounod's Faust. Eén van zijn glansrollen. Foto A. Greiner

Jos Orelio's doorbraak kwam toen Johannes de Groot in 1886 te Amsterdam het 'Hollandsch Opera-Gezelschap' oprichtte en voor dit operagezelschap in wording artiesten zocht. Tot dit gezelschap behoorden behalve Orelio, het eerste seizoen o.a. Henri Albers, Johan Schmier en Amelie van Zandt, Orelio's latere(1888) echtgenote. Zijn debuut als zanger maakte hij in de operette 'De scheepskaptein' (Le canard a trois becs) van Emile Jonas. De muzikale leiding was van Simon de la Fuente. Zijn eerste operadebuut was als Valentijn in Gounod's Faust in de Parkschouwburg te Amsterdam. De rol van Mephistofeles werd in de première gezongen door Henri Albers, Faust door Jos van Os, Margaretha door Louise Kiel en Siebel door Marguerite Jahn, Henri Albers latere (1873) echtgenote. Er volgden nog 48 voorstellingen. Bij deze uitvoeringen wisselden Albers en Orelio elkaar af in de rol van Mephistofeles.

In de volgende jaren rees de ster van Orelio. Hij trad op in Czaar en timmerman (Peter Michaelow), De arme student (Bettelstudent, als Von Wangenheim), Zigeunerbaron (Homonay), Carmen (Escamillo), Martha (Plumkett), De barbier van Sevilla (dokter Bartholo), De troubadour (graaf Luna), De favorite (Alfonso XI), het proefschot (Der Freischütz, als Cuno) en Otello (Jago). Al deze voorstellingen werden gegeven in het Nederlands. Inmiddels was Orelio zo populair geworden, dat toen een onderwijzer tijdens een les aan de leerlingen vroeg wie Wilhelm Tell was, een jongen zijn vinger op stak en triomfantelijk zei: "Orelio, meneer".

Jos Orelio, bariton (foto BHIC)

Jos Orelio werd eerste bariton aan de 'Nederlandsche Opera' van De Groot, die na het plotselinge vertrek van De la Fuente onder de muzikale leiding kwam van Cornelis van der Linden. Orelio's voormalige leermeester. Orelio maakte een lange carrière en vertolkte behalve de reeds genoemde partijen, ook rollen als Wilhelm Tell (Rossini), Cavalleria Rusticana (Alfio), Hamlet en zong ook diverse Wagnerpartijen, o.a. De Holländer in 'Der fliegende Holländer' en een van zijn lievelingsrollen Hans Sachs in 'Die Meistersinger von Nurnberg'. Uiteindelijk had Orelio zo'n 90 rollen op zijn repertoire staan. Hij heeft aan tal van premières meegewerkt, o.a. 'Caterina en Lambert' (1888) en 'Leiden Ontzet' (1893) van Cornelis van der Linden; 'Uit de Branding' (1894, Richard Hol) en 'Odja' (1901, Karl Dibbern). Hij trad behalve in Nederland ook op in het buitenland, België, Duitsland, Engeland, Frankrijk en in Rusland. Hij maakte in 1904/05 een grote succesvolle tournee door het toenmalige Nederlandsch Indië. Hij was behalve operazanger tevens een uitmuntende oratoriumzanger en veelvuldig te horen in het Nederlandse lied.

Na het uiteenvallen van het laatste operagezelschap waar Orelio bij zong, de 'Vereeniging De Nieuwe Nederlandsche Opera' in 1903/04, ging het met de carrière van Orelio bergafwaarts. Hij poogde nog een onderneming op te richten in het Bossche Concertgebouw, 'Orelio en Co', maar deze onderneming kostte hem meer dan dat zij opleverde. Het ontbrak hem aan zakelijk instinct.

Joseph Orelio overleed op 25 maart 1926 te 's Gravenhage.

Hij maakte meerdere platen voor de labels Zonophone, Anker, Favorite, Odeon en Pathé. Helaas niet meer in zijn glansperiode. Zijn stem was niet meer wat zij geweest was.

Jos Orelio, 'Broeder Jan', ca.1908