DutchDivas in het 401NederlandseOperas Handboek-I

401BookCoverFt
Het 401NederlandseOperas handboek deel I brengt de ontstaansgeschiedenis en ontwikkeling van Nederlandse opera’s van Sweelinck tot het einde van de Franse Tijd in kaart. Die ontwikkeling gaat hand in hand met de geschiedenis van Nederlandse zangers omdat de meeste Nederlandse opera’s vanzelfsprekend door Dutch Divas & Divos zijn gecreëerd.

Dutch Divas uit het Stenen Tijdperk

Dit eerste deel begint bij Sweelincks wereldlijke liedcycli uit ca. 1594 en loopt door tot het einde van De Franse Tijd, waarin componisten als Ruloffs, Meissner, Beethoven (de Zutphense geboortelegende wordt uitgeplozen) en de Gouds/Friese Jean des Communes de boventoon voeren. In die 225 jaar is veel verloren gegaan, maar een aantal namen van zangers en zangeressen zijn bekend gebleven. Daaronder Utricia Ogle (de muze van Constantijn Huygens), Rose Baptiste Anselme (de muze van Jacob Jan van Wassenaer en het publiek van het Haagse Théâtre Français), Anna Davia (Diva in het reizende gezelschap van Domenico De Amicis), prinses Carolina (die Mozarts allereerste operaexperimenten uit Den Haag waarschijnlijk zelf vertolkte) en Ernestine Louisa Anderegg (muze en echtgenote van Bartholomeus Ruloffs).

Geluidsopnames

Opnames bestonden er in de 17e en 18e eeuw niet. De enige manier om een idee van de stemmen en techniek van oorspronkelijke vertolkers te krijgen is via de schaarse beschrijvingen van hun optredens en de bewaard gebleven noten die voor hen zijn gecomponeerd. Daarnaast zijn er verrassend veel opnames van Nederlandse vocalisten sinds de jaren 1940 die de meest uiteenlopende stukken opnamen. Daaronder Tania Kross en Jeroen de Vaal (Hoofts ‘Granida’); Ank Reinders, Elly Ameling, Max van Egmond en tal van anderen in Huygens’ ‘Pathodia Profana’; Karel Willink en Marjanne Kweksilber tot en met Hieke Meppelink, Sytse Buwalda en Nico van der Meel (in Vondel/Padbrué’s ‘De Traanen Petri ende Pauli’), professionals als Camerata Trajectina tot en met amateurgezelschappen in Hacquarts ‘De Triomfeerende Min’ en Servaas De Konincks ‘Kloris & Roosje’ (met o.a. Thérèse Steinmetz). Uit de 18e eeuw nam Jitske Steendam aria’s uit de vergeten opera’s van Conrad Friedrich Hurlebusch op. Roberta Alexander, Claron McFadden en Hendrik Vonk namen de complete ‘Joseph’ van Willem de Fesch op, een Nederlands exportsucces in het kielzog van Händel. Tal van Nederlandse zangers namen Haydns/Gottfried van Swietens ‘Die Jahreszeiten’ en ‘Die Schöpfung' op (inderdaad, op tekst, in opdracht en naar aanwijzingen van Van Swieten gecomponeerd). Deze en tal van andere Nederlandse zangers komen in het 401NederlandseOperas Handboek Deel I ruim aan bod in de uitvoeringsgeschiedenissen en discografieën per titel.

Eigen opnames

CDTheFrLREnerzijds verrast het grote aantal opnames dat via Camerata Trajectina, obscure langspeelplaten en kleinschalige cd-producties uit Nederlandse muziektheatrale werken uit de 17e en 18e eeuw bestaat. Anderzijds bestond van de meeste opera’s in het boek geen enkele opname. Haagse hofcomponisten als Colizzi of Meissner waren zelfs onder musicologen volstrekt vergeten. Verloren gewaande partituren als die van Jean des Communes ‘’t Dorp in het gebergte’ zijn ook pas tijdens het onderzoek teruggevonden. Al deze werken, waaronder de enige bewaard gebleven fragmenten uit opera’s van Hendrik Anders, De Konincks ‘Athalie’ en ‘Esther’, Hurlebusch ‘Fasciculus musicus’, graaf Jacob Jan van Wassenaers vrijmetselaarsopera ‘Les noces de vénus’, Johannes Mulligens ‘Acajou’ en genoemde Des Communes opera heeft 401NederlandseOperas in haar inmiddels 37 concerten omvattende concertreeks opgevoerd, opgenomen en uitgebracht via cds en downloads (zie 401Sales.com).


Onder de zangers in de 401Concerts serie in het Handboek Deel I zijn sopranen als Elise Caluwaerts, Jolien De Gendt, Barbara Schilstra, Renate Arends, Marion Bauwens, Liza Dedapper en Gina de Jong. Onder de mezzo’s bevinden zich Barbara Kozelj, Sarah Konig, Esther Verheye en Esmée van Nieuwenhuijzen. Als tenoren noemen we Marcel Reijans, Denzil Delaere, Hugo Kampschreur en Twan van der Wolde. Onnavolgbare (bas-)baritons waren Mattijs van de Woerd en Hans & Nanco de Vries.

Tekst, beeld & geluid

Daarmee is in het 401NederlandseOperaboek in tekst, cds en downloads uiteindelijk de lang beoogde integratie van het 401DutchDivas met het 401NederlandseOperas project gerealiseerd. En dit is nog maar het fascinerende eerste deel. Hierna volgen de 19e eeuw. Het Fin de Siècle tot 1940 en tenslotte de naoorlogse periode tot heden.


401NederlandseOperas Handboek I 1594-1814
Van Sweelinck tot het einde van de Franse Tijd
Uitgever: Lecturis/DATO
539 Pagina’s
De luxe hardcover, stofomslag

BoekFullL800